Het gebied van de huidige gemeente Katwijk lag in de meest noordwestelijke hoek van het Romeinse rijk op het Europese vasteland. Het nam een belangrijke positie in: het was een ...
lezenHet gebied van de huidige gemeente Katwijk lag in de meest noordwestelijke hoek van het Romeinse rijk op het Europese vasteland. Het nam een belangrijke positie in: het was een “knooppunt in een wereldrijk”. Het lag op het snijpunt van zeeroutes, de belangrijke transportader van de Rijn en de Romeinse kustverdedigingslinie. Er waren daarom havenwerken met op- en overslagplaatsen aan de Rijn en een hoofdweg voor transport en reizen over land. Ook was er sprake van diverse militaire activiteiten. De hoofdweg, de Limes, vormde samen met de Rijn een as, waarlangs een grenszone werd ingericht die goed kon worden verdedigd. Deze grenszone bestond uit een mix van militaire en burgerlijke nederzettingen en grafvelden. We kennen dit gebied onder de naam Limes.
De indrukwekkendste militaire bouwwerken waren de zogenaamde castella: legerkampen met het karakter van een fort. De gemeente Katwijk is de enige gemeente in Nederland met twee van dergelijke Romeinse legerkampen binnen haar grenzen. In het centrum van het huidige Valkenburg werd in 39-40 na Chr. door keizer Caligula een legerkamp gesticht dat de naam Praetorium Agrippinae kreeg. Dit legerkamp heeft tot het jaar 400 bestaan en kende in totaal zeven gebruiksfases. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd het grotendeels opgegraven. Veel van de houten constructies bleken heel goed bewaard te zijn gebleven, waardoor het een van de best onderzochte en bewaarde Romeinse legerkampen van Europa is. Ten tijde van de vroegste gebruiksfasen van dit legerkamp stond dicht aan de kust bij het huidige Katwijk aan Zee mogelijk een soort vuurtoren, de Toren van Kalla. Ook moet hier sprake zijn geweest van een havenplaats met de naam Lugdunum. Later, omstreeks de 2e eeuw, is hier waarschijnlijk het tweede legerkamp opgericht, dat we kennen onder de naam Brittenburg.
Het bestaan van de Brittenburg is echter archeologisch nooit aangetoond. Op basis van informatie uit de 16e eeuw weten we wel dat resten van de Brittenburg bij laag water zo nu en dan aan het strand werden gezien. Ook staat op de zogenaamde Peutinger Kaart bij Katwijk aan Zee een symbool dat een legerkamp of andere belangrijke plaats zou kunnen aangeven. Het is daarom waarschijnlijk dat de Brittenburg heeft bestaan. Maar het is zeer de vraag of we er ooit nog iets van terug zullen vinden, aangezien de kustlijn sinds die tijd veel verder landinwaarts is komen te liggen en de zee de oude kust heeft opgeruimd.
De hier aanwezige Romeinse militairen kwamen uit verschillende Europese landen en ook uit de directe omgeving zelf. Toen de Romeinen hun grenszone begonnen in te richten bestonden er al diverse nederzettingen in het gebied. Zo weten we dat er in De Zanderij in Katwijk, langs kreken in het buitengebied van Valkenburg en op de Oude Duinen bij Rijnsburg in die tijd al boeren- gemeenschappen waren. De aanwezigheid van de Romeinen maakte handel en uitwisseling mogelijk met de bewoners van het gebied. Zo zijn er aanwijzingen dat de bewoners in De Zanderij paarden fokten voor de Romeinse troepen. Handel vond vaak plaats in de zogenaamde kampdorpen, ook wel vici genoemd. Deze lagen niet ver van de legerkampen. Het kampdorp van de legerplaats in Valkenburg bevond zich waar nu het huidige De Woerd in Valkenburg ligt. Daar stonden langs de Romeinse hoofdweg ‘rijtjeshuizen’ met echte winkeltjes. Het moet daar een levendig gebeuren zijn geweest. Op grond van archeologisch onderzoek bij de Uitwatering in Katwijk aan Zee bestaat het vermoeden dat ook daar sprake was van een dergelijk kampdorp. Dit is een extra aanwijzing dat de Brittenburg werkelijk heeft bestaan.
Hoe verder je in het verleden duikt, des te moeilijker wordt het om menselijke bewoning vast te stellen. Sporen daarvan zijn steeds lastiger te herkennen, ook omdat de strandwallen in...
lezen