Hoe verder je in het verleden duikt, des te moeilijker wordt het om menselijke bewoning vast te stellen. Sporen daarvan zijn steeds lastiger te herkennen, ook omdat de strandwallen in...
lezenHoe verder je in het verleden duikt, des te moeilijker wordt het om menselijke bewoning vast te stellen. Sporen daarvan zijn steeds lastiger te herkennen, ook omdat de strandwallen in het gebied van de vroegere Rijnmond door de invloed van water en wind onderhevig waren aan verandering. De eerste sporen van bewoning werden bij archeologisch onderzoek in Wassenaar gevonden,de tijdvak afbeelding toont een massagraf gevonden in de duinen van 2000 vChr. Om de dynamiek van het gebied beter te begrijpen moeten wij nog verder terug, naar de laatste IJstijd.
Aan het einde van de laatste IJstijd, omstreeks 9500 jaar v.Chr., steeg de zeespiegel snel door het smelten van de ijskappen. De Nederlandse kust bestond toen uit een waddengebied met zandbanken, zandplaten en getijdegeulen. De zeespiegelstijging duurde tot omstreeks 4500-4000 jaar v.Chr. Vanaf die tijd daalde de zeespiegel sterk. De zandplaten slibden steeds meer op met zand, dat afkomstig was uit zee en werd aangevoerd uit getijde- en riviergeulen.
Naarmate de platen hoger kwamen te liggen ontstonden aaneengesloten zandruggen. Deze zandruggen, de zogenaamde strandwallen, stonden niet langer onder invloed van de getijden en bleven bovenop droog.
In de loop van de tijd vormden zich richting het westen meer van deze wallen. Tussen de wallen lagen lager gelegen strandvlakten. Hier ontstond veen, waardoor ook deze lager gelegen, natte gebieden langzamerhand gingen verlanden. Door de wind werd op de strandwallen duinzand afgezet. Die werden daardoor hoger en droog genoeg voor plantengroei. De West-Nederlandse kust was nu een feit: de binnenlanden waren beschermd tegen de zee.
Oude strandwallen vinden we binnen het grondgebied van de gemeente Katwijk alleen bij Rijnsburg in de ondergrond. Vanaf het moment dat de wallen hoog en droog genoeg waren konden mensen zich daar vestigen. Uit de Midden en Late IJzertijd, de periode van circa 500 tot 12 jaar v. Chr., kennen we archeologische vindplaatsen in dit gebied. We weten dat in die periode boerengemeenschappen boerderijen bouwden op hoge delen van de duinen, direct op de strandwallen. Op de flanken van de duinen en op de grens met de lager gelegen strandvlakten richtten zij akkers en weilanden in. Ook legden ze daar waterputten aan om gebruik te kunnen maken van de hoge grondwaterspiegel in de natte vlakten. Aan het einde van de IJzertijd ontstonden buiten het gebied van de strandwallen ook elders voor de mens bewoonbare duinen. Tijdens de Romeinse Tijd en de daaropvolgende Vroege Middeleeuwen werden op duinruggen binnen het grondgebied van Katwijk complete nederzettingen gesticht, inclusief akkers, grafvelden en infrastructuur zoals wegen.
Het gebied van de huidige gemeente Katwijk lag in de meest noordwestelijke hoek van het Romeinse rijk op het Europese vasteland. Het nam een belangrijke positie in: het was een ...
lezen