In de negentiende eeuw trokken kunstschilders naar dorpen die nog niet door de moderne tijd waren aangetast. Zo kwam men ook in Katwijk terecht. Niet alleen het strand, de zee...
lezenIn de negentiende eeuw trokken kunstschilders naar dorpen die nog niet door de moderne tijd waren aangetast. Zo kwam men ook in Katwijk terecht. Niet alleen het strand, de zee en de duinen trokken hen aan als onderwerp, maar ook de bewoners met hun kleurrijke kostuums, de bomschuiten op zee of op het strand. Sommige kunstenaars schilderden het harde vissersleven, maar de meesten hadden een wat meer romantische opvatting.
Al eerder, in de zeventiende eeuw, maakten veel kunstenaars schetsen in deze omgeving. Weer terug in het atelier werd dit materiaal gebruikt bij het maken van een gravure of schilderij. De schilders die het dorp Katwijk aandeden kwamen in opdracht, bijvoorbeeld van één van de Heren van Katwijk, die zich samen met zijn echtgenote te paard op het strand liet vereeuwigen. Ook werden er schilderijen gemaakt van het Hollandse landschap die een achterliggende boodschap hadden. Tijdgenoten konden deze boodschap, die vaak moralistisch van aard was, goed begrijpen.
Toen er logiesmogelijkheden kwamen, thuis bij de bevolking, in pensions en in hotels, kon men langer dan een dag in Katwijk blijven. Met de bouw van woonhuizen aan de Boulevard werd het zelfs mogelijk zich in Katwijk te vestigen. Niet alleen kunstenaars maakten hier gebruik van, ook welgestelde mensen uit de stad verbleven hier graag: permanent of alleen gedurende de zomerperiode. Bekende kunstschilders als Bernard Blommers, Willy Sluiter en Jan Toorop lieten hier een huis bouwen.
Het waren niet alleen Nederlanders die naar Katwijk kwamen. Uit Duitsland kwamen vele jaren achtereen kunstenaars als German Grobe en Hans von Bartels. Ook uit de Verenigde Staten, Engeland en België trokken kunstenaars deze kant op, zoals bijvoorbeeld de Amerikaan Arthur Feudel, de Engelse Minnie Agnes Cohen en de Belg Edgard Farasyn.
In kunstenaarsverenigingen als Arti et Amicitiae in Amsterdam, Pulchri Studio’s in Den Haag en tijdens nationale en internationale tentoonstellingen, vonden er onderlinge contacten plaats tussen kunstenaars. Hierdoor trokken steeds meer kunstenaars de kant van Katwijk op. De aanleg van een tramverbinding met Leiden speelde ook een belangrijke rol. Zo ontstond een ware kunstenaarskolonie, net zoals op veel andere plekken in Europa. Elders verzamelden zich behalve beeldende kunstenaars ook veel schrijvers, musici en anarchisten, maar in Katwijk hadden vooral de kunstschilders de overhand.
In Katwijk trof men elkaar niet alleen thuis, maar ook in de hotels en in de oude herberg “Het Zwaentje”. Jarenlang werd er gesproken over het oprichten van een “kunstvereeniging”, die er uiteindelijk in 1908 kwam en nu, een eeuw later, nieuw leven is ingeblazen.
Tot die tijd organiseerde men jaarlijks tentoonstellingen in de hotels en ook in de pastorie achter de kerk. Andere gezamenlijke activiteiten waren het redden van de Oude Kerk, die rond 1885 dreigde te worden gesloopt. De kerk, die voor de kunstenaars een belangrijk onderwerp vormde, was overbodig geworden door de bouw van een grotere nieuwe kerk.
Tijdens de grote Visserijtentoonstelling van 1902 werd ook een afdeling voor het tentoonstellen van schilderijen ingericht. Bij de opening van het Zeehospitium werd een tentoonstelling georganiseerd in de zalen.
Het verdwijnen van de bomschuiten van het strand, het ontstaan van de moderne kunst en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog maakten een einde aan de kunstenaarskolonie Katwijk.
In kuuroorden in de ons omringende landen was het baden in zee al geruime tijd gebruikelijk. Er werd namelijk een geneeskrachtige werking aan toegeschreven. Baden in zee werd vooral heilzaam...
lezen