Vanaf de veertiende eeuw kreeg Rijnland steeds meer wateroverlast. Naar aanleiding van een rapport over dit probleem besloot het Hoogheemraadschap Rijnland de afwatering te verbeteren door bij Katwijk een afwateringskanaal...
lezenVanaf de veertiende eeuw kreeg Rijnland steeds meer wateroverlast. Naar aanleiding van een rapport over dit probleem besloot het Hoogheemraadschap Rijnland de afwatering te verbeteren door bij Katwijk een afwateringskanaal aan te leggen.
Hoewel bezwaarmakers, waaronder de abdis van Rijnsburg, het doorgraven van de duinen te kostbaar en te gevaarlijk vonden, keurde het Hof van Holland het plan goed. In 1571 begon de aanleg en op 4 april 1572 werd het kanaal feestelijk geopend. Het loosde het water ter hoogte van de Tramstraat door houten duikers in zee. Helaas gooide de oorlog met Spanje roet in het eten. Tegen de tijd dat het weer rustig was, bleek de uitwatering te zijn dicht gestoven. Door politieke tegenwerking vond geen herstel plaats. Omdat het nieuwe kanaal nu nutteloos was, kreeg het de naam Het Mallegat. Tegenwoordig is daarvan nog een klein stukje aanwezig bij het clubgebouw van Scouting, in de Schutterswei, tot aan de Noordwijkerweg.
Aan deze gebeurtenis ging heel wat vooraf. Na onderzoek is vastgesteld dat de Rijnmond al circa 1500 v. Chr. bestond. Nog lang na de Romeinse tijd stroomde de Rijn bij Katwijk in zee, ook al ging een deel van het Rijnwater via de Waal naar de Maasmond. In de loop der jaren werd de Lek vanaf Wijk bij Duurstede steeds breder, waardoor er minder water naar de Rijnmond stroomde. Tegelijkertijd vond langs de Hollandse kusten een geleidelijke natuurramp plaats. Grote hoeveelheden zand spoelden aan op het strand en stoven over de lage Romeinse duintjes. Daardoor ontstonden de huidige duinen, die soms tientallen meters hoog zijn. De Rijnmond dreigde daardoor te verzanden.
De nekslag was een dam, die de Utrechters in 1122 bij Wijk bij Duurstede in de Rijn legden. Nu voerde de Oude Rijn alleen nog het regenwater van Rijnland af, wat te weinig was om de verzanding van de Rijnmond tegen te houden.
Op een oude kaart van Rijnsoever laten de sloten de laatste loop zien van de Oude Rijn: van Katwijk aan den Rijn met een brede bocht over het Heen en dan via Rijnsoever naar zee.
Met een afgesloten Rijn kon ook het regenwater van Rijnland niet meer weg en liepen de landerijen onder water. Een oplossing hiervoor was om het water af te voeren naar het Haarlemmermeer. Dat stond namelijk via de Zuiderzee (het huidige IJsselmeer) in verbinding met de zee. Daarom sloot Katwijk zich aan bij een groep ambachten langs de Rijn, om samen met Woerden een aantal kanalen te graven en sluizen te bouwen. Deze samenwerking zou in 1226 uitgroeien tot het huidige Hoogheemraadschap Rijnland. De kanalen (de Zijl, de Does, de Heymanswetering en de Oude Wetering) zijn nog steeds brede en belangrijke vaarwegen.
Katwijk kon nu wel afwateren naar het noorden, maar bij een sterke wind uit noordelijke richtingen stuwde de Zuiderzee het water in Rijnland op. Dan moesten de sluizen dicht om te voorkomen dat het zeewater het Rijnland instroomde en de velden weer onder water kwamen te staan.
Diverse plannen werden ontwikkeld om in Katwijk te kunnen spuien, maar de aanleg van Het Mallegat kwam tot uitvoering.
Pas in 1805 legde men het huidige uitwateringskanaal met sluizen aan. In de jaren daarna werd de capaciteit steeds verder vergroot en verbeterd.
Op het kruispunt van de Heerweg en de Rijn was een nederzetting gegroeid. Het dorp Katwijk wordt In een Latijnse oorkonde uit 1224 voor het eerst genoemd: “apud Rhenum Catwijck” ...
lezen