7e De tweede wereld oorlog in Rijnsburg

Terug naar venster

De Tweede Wereldoorlog in Rijnsburg
Op maandagochtend 1 september 1941 kwam de Duitse Grüne Polizei in overvalwagens naar Rijnsburg en arresteerde als vergeldingmaatregel dertig jonge mannen. Nu was het voor de Rijnsburgers duidelijk: het was tijd om zich als verzet te gaan organiseren.
De aanleiding voor de arrestatie was het versieren van de Wilhelminaboom met oranje vlaggen en lampionnen, ter ere van de verjaardag van de koningin.

Oranje!
Na de Duitse inval in 1940 was de Wilhelminaboom in het centrum voor de Rijnsburgers een symbool van verzet tegen de bezetter geworden.
Het koningshuis was in de ban gedaan, het opschrift en portret van Wilhelmina waren op bevel van de Duitsers verwijderd van het hek rond de boom. Maar op zondagmorgen 31 augustus 1941 werden de Rijnsburgers, die langs de Vliet naar de kerk gingen, verrast toen ze een met oranje getooide Wilhelminaboom zagen. Een aantal dorpsgenoten had in de nacht van zaterdag op zondag de stoute schoenen aangetrokken en de boom versierd. Er hing een spannende en overmoedige sfeer in het dorp en overal werden spontaan oranje goudsbloemen in de vensterbanken gezet.

Verzet
Rijnsburg is gedurende de oorlog een bolwerk van verzet gebleven, met als leiders de huisarts Edzard van der Laan en dominee Henk Post.
Beiden woonden op het Rapenburg en vormden de kern van het Rijnsburgse verzet.
Henk Post was een broer van Johannes en Marinus Post, die allebei lid waren van de LKP, de Landelijke knokploegen.

dokter E.van der Laan              Ds  H.Post

Zij stonden ieder aan het hoofd van een eigen knokploeg.
Als gevolg van deze familierelatie werden op de zolder van de     Rapenburg met de Vliet, op de achtergrond de Rapenburg kerk
Rapenburgkerk wapens, voedselbonnen en geld verstopt, en in het grote doktershuis verbleven regelmatig onderduikers en leden van het gewapend verzet.

Hulp aan onderduikers
Onderduikers en Rijnsburg zijn twee woorden die in de oorlogsjaren in één adem genoemd konden worden.
In het dorp werden veel Joodse kinderen ondergebracht.
Ook werden onderduikers verborgen die opgeroepen waren voor de Arbeitseinsatz, de verplichting om in Duitsland te werken.
Dit was natuurlijk gevaarlijk, en dat besefte men maar al te goed. Maar gedreven door hun geloof in God en een gezonde dosis lef namen veel Rijnsburgers het risico om zich te bekommeren om de vluchtelingen.
Om deze mensen te ondersteunen met geld en distributiebonnen werd besloten om zich aan te sluiten bij  de L.O. , de Landelijke organisatie voor hulp aan Onderduikers.

Schietpartij
Dat men ook wel eens door het oog van de naald is gekropen bewijst een gebeurtenis, die de geschiedenis in zou gaan als ‘de schietpartij op het Rapenburg’.
Bij een inval in een huis, waar een joods meisje verborgen zat, werd een Leidse rechercheur doodgeschoten.
De dader Jan Wildschut, een lid van de knokploeg van Johannes Post, wist te ontkomen en vluchtte met de tram naar Katwijk.
Door de tussenkomst van burgemeester Hermans en mevrouw van der Laan, die de Duitsers op een dwaalspoor wisten te zetten, volgden er wonder boven wonder geen vergeldingsacties (represailles) tegen de Rijnsburgse bevolking.

Tip: Verzets monument aan het burg. Kooimansplein te Rijnsburg