Een kunstenaarskolonie in Katwijk
In de negentiende eeuw trokken kunstschilders naar dorpen die nog niet door de moderne tijd waren aangetast. Zo kwam men ook in Katwijk terecht. Niet alleen het strand, de zee en de duinen trokken hen aan als onderwerp voor hun schilderijen, maar ook de bewoners met hun kleurrijke klederdracht, de bomschuiten op zee of op het strand. Sommige kunstenaars schilderden het harde vissersleven, maar anderen hadden een meer romantische kijk op de werkelijkheid.
Atelierkunst
Al eerder, in de zeventiende eeuw, maakten veel kunstenaars tekeningen in deze omgeving. Weer terug in het atelier werden die gebruikt bij het maken van een gravure of schilderij.
Salomon Verveer, Een namiddag in Katwijk
De schilders die in die tijd naar het dorp Katwijk kwamen hadden een opdracht voor een schilderij. Zo is er het voorbeeld van een van de Heren van Katwijk, die zich samen met zijn echtgenote te paard op het strand liet vereeuwigen. Ook werden er schilderijen gemaakt van het Hollandse landschap die een achterliggende boodschap hadden.
Tijdgenoten konden deze boodschap, die te maken had met wat men fatsoenlijk vond in die tijd, goed begrijpen.
Schilderen in de open lucht
Schilderen in de open lucht (“en plein air”), werd pas mogelijk nadat halverwege de negentiende eeuw de verftube was uitgevonden. De kunstenaars konden zich nu met schildersezel, doek, penselen en verftubes op het landschap gaan richten, zoals zij dat op dat moment zagen. Vooral het licht, dat zo snel kon veranderen, wilden ze schilderen. Zij leerden met een snelle verfstreek te werken om hun indruk van het landschap zo goed mogelijk weer te geven.
Toen het mogelijk werd om in het dorp te logeren: thuis bij de bevolking, in pensions en in hotels, konden de kunstenaars langer dan een dag in Katwijk blijven.
Met de bouw van woonhuizen aan de Boulevard werd het zelfs mogelijk om in Katwijk te gaan wonen. Bekende kunstschilders als Bernard Blommers, Willy Sluiter en Jan Toorop lieten hier een huis bouwen.
Het waren niet alleen Nederlanders die naar Katwijk kwamen.
Uit Duitsland kwamen vele jaren achtereen kunstenaars als German Grobe en Hans von Bartels. Ook uit de Verenigde Staten, Engeland en België trokken kunstenaars hier naar toe, zoals bijvoorbeeld de Amerikaan Arthur Feudel, de Engelse Minnie Agnes Cohen en de Belg Edgard Farasyn.
Een kunstenaarskolonie
In kunstenaarsverenigingen in Amsterdam en Den Haag, of tijdens nationale en internationale tentoonstellingen, legden de kunstenaars contact met elkaar. Hierdoor trokken steeds meer kunstenaars naar Katwijk.
De aanleg van een tramverbinding met Leiden speelde ook een belangrijke rol. Zo ontstond een echte kunstenaarskolonie, net zoals op veel andere plekken in Europa.
Tot 1908 organiseerden de kunstenaars ieder jaar tentoonstellingen in de hotels en ook in de pastorie achter de kerk. Een andere gezamenlijke activiteit was het redden van de Oude Kerk, die rond 1885 dreigde te worden gesloopt.
De kerk, die door de kunstenaars vaak werd geschilderd, was overbodig geworden door de bouw van een grotere nieuwe kerk (de Nieuwe Kerk aan de Voorstraat).
Tijdens de grote Visserijtentoonstelling van 1902 was er een gedeelte ingericht voor het tentoonstellen van schilderijen. Ook bij de opening van het Zeehospitium werd er in het gebouw een tentoonstelling georganiseerd.
Een Kunstvereeniging
In Katwijk ontmoetten de kunstenaars elkaar niet alleen thuis, maar ook in de hotels en in de oude herberg “Het Zwaentje”. Jarenlang spraken ze over het oprichten van een “kunstvereeniging”, die er uiteindelijk in 1908 kwam en nu, een eeuw later, nieuw leven is ingeblazen.
Het verdwijnen van de bomschuiten van het strand, het ontstaan van de moderne kunst en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog maakten een einde aan de kunstenaarskolonie Katwijk.
Maar Katwijk blijkt ook tegenwoordig nog steeds voor veel “plein air”- of buitenschilders een gewilde plek te zijn. Rond 1985 ontstond er bij kunstenaars en publiek namelijk weer belangstelling voor het buiten schilderen, meestal vanuit interesse voor het licht.
Zo werd in 1995 het eerste schilderfestival in Katwijk georganiseerd, waar veel professionals en amateurs aan deelnamen. De beste schilderijen werden in het Katwijks Museum tentoongesteld.
In 2005 kon een tweede, minder uitgebreide, versie worden georganiseerd.
Daarna volgde ieder jaar een week in de zomer die de naam kreeg: Katwijk En Plein Air, Schilderen aan zee.
In 2010 kon de Kunstvereeniging een expositieruimte openen: het DunaAtelier. In deze expositieruimte worden in de zomer de schilderijen getoond, die door een aantal kunstenaars in de Katwijk En Plein Air week zijn gemaakt.
Verder worden het gehele jaar door tentoonstellingen georganiseerd, waarvan de zomertentoonstelling van de plein air-schilders de belangrijkste is.
Tips:
Bezoek het Katwijks Museum en bewonder de prachtige schilderijen uit de tijd van kunstenaarskolonie Katwijk.
Het DunaAtelier is gratis te bezoeken. Op www.schilderenaanzee.nl vind je informatie over de tentoonstellingen en activiteiten.