Sociale woningbouw
Slechte woonomstandigheden
Tot het begin van de 20e eeuw waren de woonomstandigheden van de Nederlandse arbeiders vaak heel slecht. De huizen waren klein, donker en slecht gebouwd. Vaak moest een huis door een aantal gezinnen worden gedeeld.
Zelfs kelders werden bewoond!
De huiseigenaren (huisjesmelkers) deden weinig aan de woningnood en de vreselijke leefomstandigheden van de arbeidersbevolking.
Om deze wantoestanden aan te pakken voerde de regering in 1901 De Woningwet in.
Het doel van de Woningwet was om het wonen in slechte en ongezonde woningen onmogelijk te maken en te zorgen voor de bouw van goede woningen. De nieuwe woningen moesten bestand zijn tegen alle weersomstandigheden, goede bezonning en luchtverversing hebben, en voorzien zijn van waterleiding en riolering.
Dit was de eerste keer dat de overheid zich ging bemoeien met de volkshuisvesting in Nederland.
Gezondheidscommissie
Ook in Katwijk, en vooral in Katwijk aan Zee, waren veel woningen er slecht aan toe.
In 1914 werden 22 panden onbewoonbaar verklaard. Net als in andere dorpen en steden werd als gevolg van de Woningwet in Katwijk een Gezondheidscommissie ingesteld. Deze commissie ging het gemeentebestuur adviseren over woningverbetering en het onbewoonbaar verklaren van woningen.
De Katwijksche Bouwvereeniging
In 1914 nodigde dokter J. Hueting, de secretaris van de Gezondheidscommissie, een aantal heren uit voor een vergadering. Op deze bijeenkomst werd de Katwijksche Bouwvereeniging opgericht en dokter Hueting werd tot voorzitter gekozen.
Al snel ontstond het eerste meningsverschil in het bestuur.
De heren De Best en Ouwehand waren er voorstander van om in de nieuwe huizen bedsteden te maken. De beide artsen in het bestuur waren daar tegen.
Voorzitter Hueting noemde bedsteden een slechte zaak: zieken en kinderen lagen immers achter gesloten deurtjes in warm gestookte kamers benauwd te zijn.
De heren De Best en Ouwehand brachten daar tegen in dat bedsteden ruimer waren dan de kooien in de vissersschepen en dat zeelui toch gezond en sterk waren. Bovendien vonden ze ledikanten ’s zomers te warm en ’s winters te koud.
Uiteindelijk werd besloten om beneden bedsteden te maken, terwijl boven in ledikanten kon worden geslapen.
Op 22 april 1914 werd de Bouwvereeniging koninklijk goedgekeurd en op 9 juli werd het de Vereeniging toegestaan om zich bezig te houden met de volkshuisvesting.
De Rooie Buurt
In 1916 werden de eerste 112 huizen van de Katwijksche Bouwvereeniging gebouwd in de Rooie Buurt in Katwijk aan Zee. De huur voor een woning ging fl. 2,50 per week bedragen. Na deze 112 woningen zouden in de Rooie Buurt nog eens 82 woningen worden gebouwd.
“Hare Majesteit de koningin met klein gevolg, bracht 14 augustus 1916 een bezoek aan de nieuwe woningen van de Katwijksche Bouwvereeniging, alwaar de hoge bezoekster werd ontvangen door den burgemeester van Katwijk, den heer J.H. de Waal Malefijt en dr. J. Hueting, voorzitter van de Bouwvereeniging. Nadat door haar een bewoond en onbewoond pand was in ogenschouw genomen werd het terrein verder bezichtigd en liet zij zich meermalen deskundige inlichtingen door genoemde heren verstrekken, waarover zij hare tevredenheid betuigde.”
Voorzitter Hueting opperde in 1918 de mogelijkheid om ook in Katwijk aan den Rijn een aantal woningen te bouwen, wat in goede aarde viel. De baron van Wassenaer van Catwijck was bereid om het terrein bij de Christelijke school in Katwijk aan den Rijn aan de Vereeniging te verkopen voor 1 gulden de vierkante meter. Men besloot om architect Jesse een bouwplan voor dit terrein te laten ontwerpen.
In 1921 was het woningbezit van de Katwijksche Bouwvereeniging gegroeid naar 196 woningen, waarvan 22 in de Commandeurslaan en de overige in de Rooie Buurt te Katwijk aan Zee.
Andere woningcorporaties
In Katwijk werd in 1937 uit onvrede met het beleid van de Katwijksche Bouwvereniging een tweede vereniging opgericht: de Woningbouwvereniging De Brittenburg.
Ook in Rijnsburg waren de slechte woonomstandigheden in 1929 aanleiding tot het oprichten van woningbouwvereniging Spinoza.
Valkenburg heeft nooit een woningcorporatie gehad. Daar zorgde de gemeente voor betaalbare woningen.
Na 2000 vormden de woningbouwverenigingen met elkaar één grote woningcorporatie met de naam Dunavie.
Tip:De Meerburgkade in de Rooie Buurt.
Door langs de Meerburgkade te wandelen krijgt u een goed beeld van de wijk.