Kuuroord Katwijk
In de 19e eeuw was in de landen om ons heen baden in zee, in zogenaamde kuuroorden, al een tijd gebruikelijk. Artsen raadden het aan, omdat het goed zou zijn bij allerlei ziekten.
Tuberculose (tbc) was een besmettelijke volksziekte, die vooral heerste onder de armste bewoners van de grote steden. Omdat er nog geen medicijn voor bestond, werden de patiënten in herstellingsoorden voor langdurig zieken (sanatoria) verpleegd. Deze sanatoria lagen aan de kust, in de bossen en op de heide.
Rust, goede voeding, zon en schone lucht moesten zorgen voor genezing.
Het Badhuis
In 1840 werd dr. H. Polijn Büchner tot gemeente-arts in Katwijk benoemd. Hij stimuleerde mensen om regelmatig een bad in zee te nemen, en wel het liefst naakt. Dat laatste was voor die tijd iets heel bijzonders!
In 1845 werd het Badhuis geopend, waar men koude en warme baden kon nemen.
Zeewater voor het badhuis werd in een kar aangevoerd. De badgasten gingen op het strand te water met behulp van badkoetsjes, die soms waren voorzien van een zeil tegen de inkijk.
Een warm binnenbad of druip- en regenbad kostte 80 cent, een kunstmatig zwavelbad 1,10 gulden en een zeebad met gebruik van badkoets 25 cent.
Voor de gasten werd een vervoersdienst per koets van Leiden naar het Badhuis ingesteld: op zon- en feestdagen twee keer per dag en door de week één keer.
Het Badhotel
Het Badhuis werd in mei 1850 openbaar verkocht en Dr. Polijn Büchner vertrok naar Kampen.
Het Badhuis werd door een nieuw benoemde badarts voortgezet. In 1852 verbood de gemeente het baden in zee tussen de Oude Kerk en het Badhuis. Daarbuiten werd alleen baden met hemd en broek toegestaan.
Vanaf 1863 kreeg het Badhotel, dat inmiddels Pavillioen-Badhotel werd genoemd, onder een nieuwe eigenaar een ander karakter. Er werden concerten georganiseerd, waarvoor de bezoekers uit Leiden met een omnibus werden vervoerd.
Een omnibus was een openbaar vervoermiddel, dat door paarden werd getrokken.
In 1865 en vervolgens in 1870 werd het Badhotel uitgebreid tot het Groot Badhotel.
In de loop van de jaren bezochten steeds meer badgasten de pensions die inmiddels in Katwijk waren gebouwd.
Het Badhotel moest in april 1931 plaats maken voor de bouw van een school.
Het Zeehospitium
De Stichting Rotterdams Zeehospitium kreeg in 1906 van de gemeente Katwijk toestemming om in de duinen een sanatorium voor tuberculosepatiënten te bouwen.
Er bleek geen besmettingsgevaar voor de Katwijkse bevolking te bestaan.
Op 4 april 1908 opende Koningin-moeder Emma het nieuwe sanatorium, met plaats voor 100 patiënten. Enkele jaren later werd het Blankenheym Paviljoen geopend, met nog eens 100 bedden.
Vanaf 1916 kregen de zieke kinderen onderwijs in een openluchtschool. In 1934 werd hiervoor een modern schoolgebouw in gebruik genomen.
Door de grote toename van patiënten na de tweede wereldoorlog werd verdere uitbreiding nodig met een aantal zogenaamde Zweedse barakken.
Inmiddels was behandeling van tuberculose met medicijnen mogelijk geworden. Later kon door bevolkingsonderzoek tuberculose in een vroeg stadium worden opgespoord en genezen.
Het Rotterdams Zeehospitium werd als sanatorium overbodig en kreeg een bestemming als revalidatiecentrum.
Het Rijnlands Revalidatiecentrum verhuisde uiteindelijk naar Leiden. Tegenwoordig wonen op het terrein van het vroegere Zeehospitium, tussen de Boulevard en de Drieplassenweg, zowel gehandicapte als gezonde bewoners en is er een gezondheidscentrum.
De Leidsche Buitenschool
De gezonde uitwerking van het milde zeeklimaat was een reden om in 1922 in de Katwijkse duinen ook het Herstellingsoord
“De Leidsche Buitenschool” op te richten.
Dr. E. Gorter, professor kindergeneeskunde in Leiden, nam hiervoor het initiatief.
De bleekneusjes uit Leiden die hier werden verzorgd waren besmet met tbc, of liepen gevaar besmet te worden.
Dit was het gevolg van slechte sociale omstandigheden, zoals armoede. In het begin woonden de leerlingen in “Villa Duinlust”, die geschonken was door de Leidse ondernemer Koster.
In deze villa had ook prinses Juliana in 1916 op doktersadvies een zomer aan zee doorgebracht.
De kinderen kregen onderwijs in de Buitenschool in het Ridderpark, die nog steeds bestaat.
Inmiddels is tbc in Nederland als volksziekte bedwongen.
De Leidsche Buitenschool is nu een school voor leerlingen die problemen ondervinden tijdens het leren of in de omgang met anderen.
Tips: Tussen de Drieplassenweg en de Boulevard vindt u nog het oude hoofdgebouw van het Rotterdamsch Zeehosspitium waar TBC-patientjes werden verpleegd.